Vooronderzoek bodem & de Omgevingswet

Een van de uitgangspunten van het Besluit activiteiten leefomgeving is dat het bestaande beschermingsniveau voor het milieu niet achteruit gaat door de Omgevingswet. Een belangrijke beleidswijziging in het Bal zou zijn dat onderzoek naar de nulsituatie niet meer wordt gevraagd.

Dus minder bodemonderzoek?

Nee. Eigenlijk is haast het tegenovergestelde waar. In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal worden diverse milieubelastende activiteiten benoemd, waaronder bijvoorbeeld:

  • op of in de bodem brengen van meststoffen
  • graven in de bodem (> 25 m³)
  • opslaan of toepassen van bouwstoffen, grond of baggerspecie.

In paragraaf 5.2.2 van het Bal wordt in Artikel 5.7a beschreven dat bij het verrichten van een activiteit (als bedoeld in hoofdstuk 3 of 4) een vooronderzoek bodem moet worden verricht om de kwaliteit van de bodem vast te stellen. Dit vooronderzoek bodem moet voldoen aan NEN 5725. Als uit het vooronderzoek bodem blijkt dat er een verdenking bestaat op de aanwezigheid van een verontreiniging van de bodem, wordt een verkennend bodemonderzoek verricht.

Daarmee is eigenlijk alsnog het nulsituatie-onderzoek verplicht. Heel formeel moet zelfs voor iedere graafbeweging (> 25 m³) of het verspreiden van meststoffen op het land een vooronderzoek (en wellicht zelfs een verkennend bodemonderzoek) gedaan worden.

Vanuit Romers verrichten we nu al vele vooronderzoeken en ondersteunen we bijvoorbeeld ook diverse nutsbedrijven hierin. Voor vragen of ondersteuning over dit onderwerp, neem vooral contact met ons op.